Gemeente Oosterhout renoveerde onlangs op circulaire wijze twee fietsbruggen. Beheerder John Broeke liet zich inspireren door Ingenieursbureau Westenberg. “Ik stond zeker open voor deze manier van werken, maar tegelijkertijd was het voor mij een ver-van-mijn-bed-show. Dankzij de gedrevenheid van Ingenieursbureau Westenberg zie ik nu de mogelijkheden. Dit smaakt naar meer”, zegt Broeke.
Uit inspectie bleek dat de twee bruggen aan renovatie toe waren. Westenberg maakte samen met de gemeente en specialist Haasnoot Bruggen in bouwteamverband een plan. Ze vervingen één brug volledig volgens de CUR213-systematiek. Emile Hoogterp van Ingenieursbureau Westenberg is een van de opstellers van deze richtlijn over de duurzame detaillering van hout.
Als nieuw
“We pasten zoveel mogelijk secundaire materialen toe”, vertelt Broeke. “Van een van de bruggen gebruikten we het brugdek opnieuw. Ook kregen we een gebruikte leuning van de gemeente Apeldoorn en een stalen leuning van een project van Rijkswaterstaat. Het mooie vind ik dat beide bruggen er als nieuw uit zien. We hebben geen enkele negatieve reactie gehoord.”
FSC Recycled
Ook Ingrid Haasnoot van Haasnoot Bruggen kijkt positief terug op het project. Zij wijst onder meer op het gebruik van FSC Recycled label. “Hout met dat label komt van hergebruikt materiaal wat traceerbaar is tot aan de bron. Dat hebben we toegepast bij het oplengen van de heipalen. Alleen de delen die verrot waren (vanaf circa twintig centimeter onder de waterlijn) hebben wij vervangen met gerooide palen uit onze recycle voorraad” , vertelt Haasnoot. De aannemer heeft een voorraad FSC Recycled hout dat is vrijgekomen bij eerdere projecten. “Omdat wij een FSC-gecertificeerd bedrijf zijn, hebben opdrachtgevers bij ons de garantie dat het ook om echt FSC-hout gaat”, benadrukt Haasnoot.
Goede ontwikkeling
Ze vindt bij het project in Oosterhout vooral de combinatie van hergebruikt staal en hout bijzonder. “Samen dachten we over elk detail uitgebreid na. Dan maak je soms verrassende keuzes. Voor het kopschot gebruikten we bijvoorbeeld kunststof. Uit oogpunt van circulariteit zou je voor hout kiezen, maar vanwege de levensduur maakten we een andere keuze”, vertelt Haasnoot. “In onze branche denken we op deze manier steeds beter na over materiaalgebruik. Steeds vaker is de circulaire afweging belangrijker dan de financiële afweging. Dat vind ik een hele goede ontwikkeling.
Andere werkwijze
Volgens Broeke heeft het project ook in Oosterhout iets in gang gezet. Oosterhout brengt bijvoorbeeld binnen de eigen gemeente materialen in kaart die geschikt zijn voor hergebruik. “Wij bouwen een houtvoorraad op waarmee onze buitendienst makkelijker zelf reparaties en onderhoud aan kunstwerken kan uitvoeren. Dan hoef je niet voor elke klus een aannemer in te schakelen. Dat bespaart niet alleen geld, maar ook vervoersbewegingen en dus Co2-uitstoot. We zijn op een andere manier gaan denken.”
Marktplaats voor materialen
Broeke ziet veel ruimte voor verbeteringen in het circulair werken. Hij mist een ‘soort marktplaats’ voor materialen. “Rijkswaterstaat biedt wel materialen aan, maar die zijn vaak te massaal voor gemeenteland. Gemeenten hebben zelf een gezamenlijke databank nodig, zodat je heel makkelijk ziet welke circulaire materialen beschikbaar zijn”, zegt Broeke. Dankzij de duurzame renovatie van de twee bruggen (en een keerwand) bespaarde Oosterhout 75,9 ton CO2-eq. Ingenieursbureau Westenberg stelde ook een materialenpaspoort inclusief MKI-berekening op.