Mouna Abed-Ali

Stage van februari 2024 t/m augustus 2024
Vestiging Harderwijk
Hogeschool Windesheim te Zwolle

Stage bij Westenberg: een leerzame ervaring voor Mouna Abed-Ali

Mouna Abed-Ali is studente Civiele Techniek aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle. “Altijd had ik al een voorkeur voor water en rekenen, wat mijn keuze voor deze studie verklaart,” vertelt Mouna. Hoewel ze aanvankelijk twijfelde tussen Werktuigbouwkunde en Civiele Techniek, koos ze uiteindelijk voor Civiele Techniek.

Tijdens haar stageperiode bij Ingenieursbureau Westenberg voerde Mouna inspecties uit, maakte tekeningen en werkte met Autocad. Samen met de constructeurs maakte ze rekensheets om het zwaartepunt van staalprofielen te berekenen, wat een leerzame ervaring was. De variatie in taken en de tijd die voor stagiair(e)s wordt genomen, zorgden ervoor dat ze veel leerde en zichzelf goed kon ontwikkelen. De combinatie van binnen en buiten werken sprak haar enorm aan en gaf haar de kans om te ontdekken welke aspecten van het werk haar het meest aanspreken.

Mouna’s begeleider, Edo Veen, speelde een belangrijke rol tijdens haar stage. Hij gaf duidelijk aan wat ze moest doen en zorgde ervoor dat ze altijd voldoende werk had. Mouna merkt op dat Edo veel geduld heeft en goed rekening houdt met haar wensen.

De bedrijfscultuur bij Ingenieursbureau Westenberg ervoer Mouna als één grote familie. Iedereen kent elkaar en houdt rekening met elkaar, wat de werksfeer zeer aangenaam maakt. Ze waardeerde de hulp en aandacht die ze van haar collega’s kreeg enorm.

Mouna raadt toekomstige stagiairs aan om hun eerste stage bij Ingenieursbureau Westenberg te lopen. “Je wordt goed begeleid, de combinatie van binnen en buiten werken is erg leuk, je krijgt een variëteit aan taken en werkt met verschillende collega’s,” zegt ze. Ze ziet het als een mooie kans om te ontdekken waar je interesses liggen en heeft er veel van geleerd.

“Al met al was mijn stage bij Ingenieursbureau Westenberg een zeer positieve en leerzame ervaring, die ik iedereen zou aanraden,” concludeert Mouna.