“Een inspectie van een kunstwerk van Rijkswaterstaat is soms wel dertig keer duurder dan een inspectie van hetzelfde soort kunstwerk voor een provincie of gemeente. De vraag is of Rijkswaterstaat daarmee ook dertig keer meer nauwkeurigheid of veiligheid krijgt? Doet Rijkswaterstaat soms niet veel te veel? Of doet de gemeente of de provincie soms juist te weinig?”, vraagt technisch directeur Emile Hoogterp van Ingenieursbureau Westenberg zich af. De boodschap die hij eerder benoemde in een interview met vakblad OTAR legde hij ook voor tijdens een online informatiesessie van Platform WOW.
“Dat kan niet…”, hoort Hoogterp vaak als hij de rekensom op tafel legt. Weinig mensen zijn zich bewust van de verschillende prijskaartjes voor inspecties. Het is de systematiek van Instandhoudingsadvisering Kunstwerken (IAK) van Rijkswaterstaat die voor het gapende gat zorgt. “Voor de inspectie van een kunstwerk van een gemeente gaan wij uit van ongeveer een op een: een uur inspectie levert nog een uur binnenwerk op. Bij Rijkswaterstaat kun je dat soms met factor acht vermenigvuldigen. Dat heeft alles te maken met intakes, outtakes, uitgebreide bureaustudies en risicoanalyses voor inspectie, managementuren en bijna tien verschillende documenten die je per object moet opleveren in plaats van 1 rapport voor meerdere (soortgelijke) objecten.”
Te grote verschillen
Hoogterp geeft het voorbeeld van een eenvoudige duiker onder een lokale weg. “Daarbij kijk je of het water ongehinderd kan doorstromen en of er geen verzakkingen zijn rondom de duiker en het grondlichaam daar boven. Veel spannender is zo’n inspectie niet. Voor een gemeente zijn de kosten pakweg 80 euro, voor Rijkswaterstaat tweeduizend euro. Dat is een absurd verschil”, zegt Hoogterp. Hij pleit ervoor dat juist voor de eenvoudige objecten van Rijkswaterstaat, met weinig tot geen risico’s, een eenvoudigere en dus goedkopere adviseringsvorm mogelijk moet zijn. Bijvoorbeeld met een eenmalige, generieke risicoanalyse (inclusief in- en outtakes) en een simpelere rapportagevorm.
Hoogterp bepleit over de hele linie voor een grootschalige analyse. “Want het kan natuurlijk best zijn dat het enorme gat ook veroorzaakt wordt door gemeente en provincie. Misschien stellen die juist te weinig eisen aan de kwaliteit van een inspectie. Uiteindelijk moeten we toe naar maatwerk: voor elk kunstwerk met bijbehorende unieke of generieke risico’s bepaal je een aanpak. Dat levert betere resultaten, tegen in veel gevallen vermoedelijk minder hoge kosten, op.”
‘Slimmer inspecteren’ was niet voor niets de titel van de online sessie die Hoogterp voor Platform WOW verzorgde. “Natuurlijk moet je voor grote objecten zoals de Erasmusbrug of de Van Brienenoordbrug alle registers opentrekken, maar diezelfde systematiek pas je niet toe bij een bruggetje in een landbouwweg waar schade geen enkel risico voor het verkeer oplevert. Met maatwerk behalen we winst voor iedereen.”