Beheerders weten onvoldoende wat de staat van hun kunstwerken is. Mede daardoor laat het onderhoud te wensen over. Dat is de conclusie van het eerste congres van het Institute for International Research IIR. Directeur Fred Westenberg van Ingenieursbureau Westenberg was de dagvoorzitter. Het congres vond 30 januari plaats bij ingenieursvereniging KIVI/NIRIA. Thema was ‘veiligheid, beheer en onderhoud aan bruggen en viaducten’.
Vermoedelijk vanwege de actualiteit van het onderwerp zat de zaal in Den Haag boordevol. Incidenten in Waddinxveen, Alphen aan de Rijn en Utrecht haalden de afgelopen jaren immers het nieuws. Die ontstonden door slecht onderhoud of omdat niet duidelijk was wie daarvoor verantwoordelijk is. De gemeente Utrecht dacht bijvoorbeeld dat ze niet verantwoordelijk was voor het onderhoud aan de werftrap aan de Oude Gracht. Die stortte in met veel letsel tot gevolg. Uit een VROM enquête voorafgaand aan het congres bleek deze situatie geen uitzondering. Veel overheden hebben hun areaal niet goed op orde of hebben te weinig kennis van de materie. Dat de managers steeds minder vaak een technische achtergrond hebben speelt daarbij een rol. Gemeenten kampen bovendien met financiële problemen. “Mijn gemeente heeft voor ongeveer honderd bruggen een onderhoudsachterstand. Financiering van die inhaalslag loopt in de tientallen miljoenen”, gaf een aanwezige als voorbeeld.
Met name in verband met de invoering van het Bouwbesluit 2012 is inspecteren en het goed in kaart brengen van de onderhoudsstaat cruciaal. Vaak zien bruggen er op het oog prima uit en functioneren ze goed, maar uit berekeningen blijkt dat ze niet meer voldoen aan de huidige normen. “We moeten de gevaren opnieuw leren ontdekken. Zeker nu veel bruggen de leeftijd bereiken dat onderhoud noodzakelijk is”, stelde een aanwezige. Daar komt nog bij dat veel kunstwerken nu zwaarder worden belast dan in de periode waarin ze zijn gebouwd. Bruggen moeten zestig tot honderd jaar meegaan, maar in de tussentijd is de verkeersbelasting veel zwaarder geworden. Tegelijkertijd zijn de normen ook veel strenger. Fred Westenberg pleitte daarbij wel voor realiteitszin. “Op basis van engineering judgement, mag je afwijken van de voorgeschreven staaldikte of betondekking, mits je met een goede berekening aantoont dat een brug veilig is”.
Ook een gemeentefunctionaris pleit voor nuchterheid. Goed inspecteren kost niet zoveel geld als managers vaak denken. “Voor veruit de meeste bruggen is eens in de vijf jaar een globale inspectie voldoende. Dat kunnen minder hoog opgeleide inspecteurs doen. Fred Westenberg wees er daarbij op dat deze vakmensen desondanks veel deskundigheid moeten hebben. “Hij moet een goede risicoanalyse kunnen maken en bovendien over steeds meer kennis op constructief gebied beschikken. Bij een scheur in beton moet hij bijvoorbeeld goed kunnen inschatten wat de consequenties zijn voor het draagvermogen.”
Een groot aantal sprekers, veel bezoekers, een levendige zaaldiscussie ….. kortom een zeer geslaagd congres.